
Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 117
voor meer informatie over de uitgebreide
spraakopdrachten die door het apparaat worden
ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten
van toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de
toepassing
Spraakopdr.
en de bijbehorende map
Profielen
openen. Druk op
en selecteer
Instrumenten
>
Hulpprogr.
>
Spraakopdr.
>
Profielen
. Het apparaat
maakt spraaklabels aan voor de toepassingen en profielen.
Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt
u de rechterselectietoets ingedrukt in de stand-by modus
en spreekt u de spraakopdracht in. De spraakopdracht is de
naam van de toepassing of het profiel in de lijst.
Selecteer
Opties
>
Nieuwe toepassing
als u meer
toepassingen wilt toevoegen aan de lijst. Als u een tweede
spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de toepassing
kunt starten, selecteert u
Opties
>
Opdracht wijzigen
en voert u de nieuwe spraakopdracht als tekst in.
Vermijd heel korte namen, afkortingen en acroniemen.
Selecteer
Opties
>
Afspelen
als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Selecteer
Opties
>
Instellingen
als u de instellingen voor
spraakopdrachten wilt wijzigen. Selecteer
Synthesizer
>
Uit
als u de synthesizer wilt uitschakelen waarmee de
herkende spraaklabels en opdrachten in de geselecteerde
apparaattaal worden afgespeeld. Selecteer
Spraakaanp.
verwijderen
als u het leren van spraakherkenning opnieuw
wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de hoofdgebruiker van
het apparaat is veranderd.